© Rootsville.eu

Gevarenwinkel #26 (dag 1)
Thomas Frank Hopper - Robbin Kapsalis & Giles Robson - Matt Schofield & KRC - Cinelli Brothers - Dewolff
Varenwinkel (vrijdag) (24-08-2024)

reporter: Marcel & photo credits: Freddie

info organisatie: Gevarenwinkel Festival


© Rootsville 2024


Nog maar net Swing Wespelaar achter de kiezen en hier was ik weer op weg richting Herselt en de 26ste editie van het welbekende (GE)Varenwinkelfestival. Dit jaaris het goede doel VZW Feestvarken, een vereniging die zich inzet voor kinderen in armoede. Prachtig initiatief dat mag en moet gesteund worden en als dat gebeurt met een fijne portie muziek, dan is het nog beter. Tijdig vertrekken was de boodschap want ik diende de Antwerpse ring over en dat is allesbehalve een pretje en zeker op vrijdag.

Goed op tijd aangekomen in mijn B&B en na mij te hebben geïnstalleerd trok ik richting het festivalterrein, waar er vandaag 5 bands op ons zaten te wachten. Het zou pendelen zijn tussen de hoofdtent en de rootstent, goed voor de conditie. Tussen door nog even Giles Robson en Robbin Kapsalis opgepikt, die in de regen en te voet op weg waren naar hun slaapplaats, waarna ik ze droog en wel aan de B&B kon afzetten. Bij deze was ook mij dagelijkse goede daad een feit.

De regen zou wel wat eten in het muzikaal menu kunnen gooien, maar over het geheel bekeken, viel het allemaal nog wel mee. Plaatsen genoeg op het, alweer, schitterend ingericht terrein.

De laatste winnaar van de Belgian Blues Challenge, Thomas Frank Hopper, mocht deze editie openen in de grote tent. Vorig jaar voor het eerst gezien op Swing in Wespelaar en in het begin was ik wel weg van hetgeen werd gebracht maar na een tijdje vond ik het ietwat vervelend worden. Vorig jaar brachten ze hun album ‘Paradise City’, plaat vol van blues en rock.

De band bestaat naast Thomas Frank Hopper, uit Diego Higueras (guitaar), Jacob Miller (bas), Nicolas Scalliet (drums) en Maxime Siroul (keys). Benieuw of deze jongens mij zouden kunnen bekeren. Met ‘Back To The Wild’ en ‘Pardize City’ werden al twee stevige kogels afgeschoten. Stevig en neigend naar bluesrock en zelfs rock. Het zal echter de fans worst wezen, want die stonden in groten getale te drummen voor het grote podium en ze kregen waar voor hun geld begot. De mannen amuseerden zich op het podium, dat was duidelijk en dat straalde af op de fans die volop stonden te genieten voor songs als ‘Bloodshot’, ‘The Sinner’ of de afsluiter van de set ‘Til The Day I Die’. Bij deze was de kop van deze 26ste er af. Jammer genoeg was ikzelf nog niet bekeerd. Echte fans hadden echter volop hun hart kunnen ophalen.

Naar de rootstent dan en dat betekent ook Den Huibbe als 'MC' en dit naar jaarlijkse gewoonte.

'MC' Den Huibbe

Andere koek wordt het met Matt Schofield, de man die zowaar 3 jaar na elkaar werd uitgeroepen tot ‘Gitarist Of The Year’, tijdens de British Blues Award. Schofield, die in 1977 werd geboren in Manchester is altijd een graag gezien gast geweest op tal van festivals en andere blues evenementen. Het speciale is dat hij zich vandaag laat bijstaan door de Nederlandse King Of The World, ook gekend als de King’s Rhythm Crew en deze bestaan uit Ruud Weber aan de bas, Govert van der Kolm op keys en de geweldige Marlon Pichal op drums. Deze laatste had ons nog maar even weggeblazen op de laatste dag van Swing, vorig weekend.

Een echte topper die man en daarvoor gingen we de rootstent opzoeken. Het begin klinkt alvast veel belovend en er zit al wat meer blues in wat deze jongens aan de man brengen. Startent met ' Let me Love You’ om nadien Marlon Pichal te laten starten met een tromgeroffel dat veel had van New Orleans Second Line. Zeer goede muzikanten ook vooral Govert van der Kolm aan de Hammond verdient een dikke pluim, maar die mag ook aan Pichal worden gegeven. Iets later gaat het tempo er even uit en perst Schofield een lekkere trage blues uit de snaren van zijn gitaar. Nice!

Dat duurt echter niet want ‘She Gonna Ride’ jaagt het tempo alweer de hoogte in. Plots verschijnt daar een leuke dame op het podium, wat later de echtgenote van Schofield blijkt te zijn. Deze madam beschikt over een zeer mooie stem en daar konden wij volop van genieten bij een zweer swingende versie van ‘Mama He Treats’ Your Daughter Mean’, hetzelfde doet ze iets nadien met een schitterende trage blues. Ik vond dit optreden van Matt Schofield aangenaam, met de nodige tijd voor de obligate solo’s ook , waarbij hij de spotlights zette op zijn muzikanten. Lekker!

En het wordt almaar beter, want de volgende gasten zijn niemand minder dan The Cinelli Brothers Hot, hot, hot zijn deze jongens uit het Verenigd Koninkrijk. Zowaar overal staan ze wel op één of andere affiche. Niet zonder reden want deze boys zijn echt goed, getuige het stomende optredens die ze ten lande al hebben gegeven.

Dit hippe viertal vertegenwoordigt een nieuwe generatie blues muzikanten en dit doen ze met verve. De band bestaat uit de Italiaanse broers Marco (gitaar, key, bas en zang) en Allessandro Cinelli (drums, bas), Fransoos Stephen Giry (bas, gitaar en zang) en geen Tom ‘Julian ‘Jones deze keer want die werd vervangen door ene Jo Andersen.  Winnaars van tal van prijzen in eigen land en ook hoog scorend op het IBC in Memphis. Het gaat dus heel snel voor dit viertal. Hun platen ademen een echte vintage sound uit de jaren 50 en 60 en ze vinden verder veel inspiratie in de elektrische Chicago en Texas blues uit de jaren ’60 en ’70. 

Altijd een feestje als deze mannen hun intrede op het podium doen. Het ging al vlot van start met ‘Leave It With You’ en ‘Mama Don’t Like You’. De tent zat tsjoekevol voor deze Cinelli Brothers. Technisch en muzikaal zat alles weer volledig snor en Stephen Giry bewees alweer wat een fijne stem hij bezit. Jo trok zijn stek als vervanger van Tom zoals bij ‘I Want You’ maar hij is geen Tom. Ik miste wel Tom’s stem en diens harmonica. Ik miste ook de speelsheid van de band zoals je die ziet en hoort op een cluboptreden. Nu heb ik deze boys al een aantal keer gezien in een club en dat pakt je onmiddellijk in, en nu op dat groot pdoium had ik niet het zelfd gevoel. Ik miste dat vonkjes dat je laat achteroverslaan. Zoals ik hierboven al schreef technisch en muzikaal alweer heel sterk, maar…

Na de UK trekken we naar de Verenigde Staten waar de “kiekens” van Varenwinkel Robbin Kapsalis hadden meegebracht. Deze lieftallige jongedame zou worden bijgestaan door niemand minder dan harmonicavirtuoos Giles Robson.

Kapsalis werd geboren in de southside van Chicago en kon zich daar volop onderdompelen in de bluesmuziek van de Windy City, alvorens te verkassen naar Atlanta, Georgia. Robbin brengt een mix van blues- en soulklassiekers en eigen werk. Ik ben wel fan van deze dame. Vandaag staat Giles Robson aan haar zijde. Zoals gezegd een topper in het milieu van de Britse harpers. Onlangs bracht hij nog een nieuw album op de markt getiteld “Seven Blues Classics”. De rest van de band komt uit Nederland met Steven van der Nat op gitaar, Jacco van den Heuvel op drums en Remko Deijl aan de bas.

Na 2 nummers van Giles en de band, waaronder zijn befaamde “Gevarenwinkel-boogie”, deed onze diva uit Chicago haar entrée met ‘Shake It Baby’ en ‘Golden Rule’. Twee songs vol energie en goed ondersteund door Giles en de jongens uit de band met vooral sterk gitaarwerk van “snarebender” Steven van de Nat. De trein denderde verder met het welgekende ‘Blues Is My Business’ en ‘I Wanna Know’. Het zat goed in elkaar dit en het publiek was goed mee, ik kon er alvast van genieten. Mochten op de setlist niet ontbreken waren natuurlijk klassiekers als ‘Everyday I Have The Blues’ of nog ‘The Blues Is Allright’. Entertainment ten top maar is dat niet waar de mensen voor naar een festival komen? Je hebt altijd voor- en tegenstanders, maar ik had alleszins genoten van deze aangename gig.

In de grote tent was ondertussen alles in orde gebracht voor de komst van DeWolff. Toen ik de eerste keer deze band aan het werk zag, kreeg ik het noch warm noch koud van. Echter en volgens collega Freddy, zijn deze jongens sterk geëvolueerd en klinken ze anders dan vroeger. Ik hoopte dan hij gelijk zou krijgen. Het is niet de eerste maal dat deze jonge wolven in Herselt het podium onveilig maken want in 2019 hadden ze dit ook al eens gedaan.

De band bestaat reeds sinds 2007 uit de broers Pablo (gitaar en zang) en Luka (drums en zang) van de Poel en Robin Piso aan de Hammond. Deze jongens hebben al een hele vracht albums op hun naam staan. Vorig jaar zelfs twee stuks met “Love, Death & In between” en enkele maanden later kwam “Live & Outta Sight 3” op de markt. Het beloofde alvast een meer dan stevig einde van de avond te worden! En dat werd het ook, want veel fans in de joint en toen de band ‘Night Train’ lanceerde was er niet veel meer nodig om het publiek op te jutten.

Indrukwekkende gitaarriffs, stevige Hammond grooves en een donderende drum, dat is het recept van DeWolff. Korte nummers moet je hier niet verwachten natuurlijk maar stevige naar rock ruikende songs, waarbij alles heel divers klinkt zoals bij ‘Teasure City’. Deze trein dendert niet maar raast verder aan duizelingwekkende snelheid, maar ook af en toe heeft het een beetje rust nodige zoals met ‘Will O The Wisp’. Het lang uitgesponnen ‘Rosita’ mag deze show afsluiten en had het aan de fans gelegen, waren ze nu nog bezig.

Bij deze viel het doek over deze vrijdagavond. Een beetje afwisselend voor mij, maar ja, over kleuren en geuren… je weet wel. Blij dat ik mijn bed in mocht duiken, oogjes dicht en tukken maar. Tot morgen jongens en meisjes!!

Marcel.

Gevarenwinkel's Artist Shuttle Drive

Looka Here, Looka Here...Ilse Van den Broeck, the NEW bassplayer from David Ronaldo & The Dice

Studio Backstage